Rond mijn kot te Beerzel

Te gevolgen van COVID-19 is het ons verboden niet essentiële verplaatsingen te maken, dus ook niet voor onze hobby/sport fotografie. Ja, ik durf te zeggen dat voor mij fotografie ook sport is, meestal als we in of naar een natuurgebied ons begeven leggen we ook wel wat kilometertjes af al wandelend.

Niet zover van mijn woning is er een klein natuurgebied ‘Krankebossen’ niet groot maar in combinatie met de omliggende weilanden toch eens interessant om ernaar toe te gaan.

Je kan het natuurgebied ‘Krankebossen’ bereiken via langs een pad vertrekkend vanuit de Berkenstraat (ter hoogte van huisnummer 34). Vanop het pad zijn de hooilanden mooi te overzien, inclusief de zone met dotterbloemen.

Beschrijving en wat is er zoal te beleven in dit natuurgebied.
Het natuurgebied Krankebossen draagt de naam van zijn historische eigenaar, de instelling van de Mechelse begijnen die instonden voor de verzorging en opvang van zieken en gekwetsten. De Krankebossen liggen ten noorden van de Beerzelberg, een 51 meter hoge getuigenheuvel, die pal op de waterscheiding tussen het Dijle- en Netebekken ligt. Ze vormen het kwelgebied van deze berg. Natte en drogere delen wisselen elkaar hier af. Vroeger deden de droge delen dienst als akker. Vochtigere terreinen werden ingenomen door bosjes en natte hooilanden. Ook vandaag is deze structuur nog grotendeels aanwezig. Het eigenlijke natuurgebied is gelegen in de bronzone van de Itterbeek.
Bijzondere planten zijn dotterbloem, holpijp, egelboterbloem, wilde bertram, watermunt, scherpe zegge, valse voszegge en moeraszegge. Bijzondere diersoorten zijn ree, steenuil, bosrietzanger, roodborsttapuit, roerdomp, oranjetipje, koevinkje, glimworm en grootoorvleermuis.

Ik heb meer begeven rond de Krankebossen in de weilanden. Hierbij enkele foto’s die ik die avond gemaakt heb.

Kase R-GNR
KASE CPL

Uiteraard mogen ook de Kase filters niet ontbreken. In dit geval KASE CPL en KASE R-GND

Eveneens in Beerzel beschikken we over Beerzelberg. Dit is het hoogste punt in de provincie Antwerpen met een hoogte van 51.6m.
Beerzelberg is in menig opzicht merkwaardig te noemen. Door de afwisseling van open plekken met gesloten bos is er een interessante en aantrekkelijke ecologische en recreatieve structuur aanwezig.

Tussen 10 en 20 miljoen jaar geleden situeerde deze regio zich in een overgangszone van de zee naar het vasteland. Beerzelberg is een getuigenheuvel die tijdens het laat-tertiair is afgezet in een ondiepe kustzee (Diestiaanzee). De zanden die in deze periode zijn afgezet worden Diestiaanzanden genoemd. Het bijzondere aan die zanden is dat ze sterk glauconiethoudend zijn. Glauconiet bevat veel ijzer. Toen de zee zich definitief terugtrok stonden de afgezette zanden bloot aan verwering. Het glauconiet oxideerde tot limoniet en de roest die zo ontstond deed het zand aaneenklitten tot harde ijzerzandsteen. De zachtere lagen werden weggespoeld terwijl de harde laag weerstand bood tegen erosie. Daardoor ontstond een heuvelrug. Deze getuigenheuvel maakt deel uit van een hele reeks heuvels die in een NO-ZW-as georiënteerd zijn, lopende van het West-Vlaams Heuvelland tot de Kempense Heuvelrug in Kasterlee.

Op de kaart van Ferraris (1771-1778) is de centrale open plek op de top van Beerzelberg duidelijk te herkennen als een ronde open plek van waaruit een stelsel van wegen als stralen vertrekken. Temidden van Beerzelberg bevindt zich een open ruimte waar 27 dreven samenkomen. Dreven die elk uitzicht geven op een kerktoren. Die open plek is nog steeds aanwezig op de top van de heuvel.

In de winters van 1906-1907 en 1907-1908 werd het bergbos gekapt en gingen de dreven voorgoed verloren. Nadien kwam er meer heide op de heuvel. Beerzelberg deed ook nog dienst als militair domein dienst gedaan en was het decor van cyclo- en motorcrosswedstrijden. Vooral die laatste drukten hun stempel op het huidige uitzicht van de padeninfrastructuur. Vele paadjes die toen ontstonden, doorsnijden het domein kriskras.

Natuurwaarde
Beerzelberg dankt zijn belang aan de aanwezigheid van een grote hoeveelheid hakhoutstoven. Sommige van die hakhoutstoven dateren uit de middeleeuwen en zijn van grote waarde voor het behoud van het autochtone genetische materiaal van onze inheemse soorten.
Op Beerzelberg komen vooral eikenstoven voor, tot een diameter van 13 meter. Ze behoren tot de oudste eiken hakhoutstoven van de provincie, getuigen van meer dan 1000 jaar duurzaam beheer. Daarnaast zijn er stoven van tamme kastanje, beuk, plataan en ruwe berk.
De enkele beukenstoven behoren wellicht tot de laatste oorspronkelijke beuken van Vlaanderen.
De bodemtextuur van Beerzelberg bestaat grotendeels uit een zandleemcomplex. De vele bosranden en open plekken hebben een belangrijke natuurwaarde. De vegetatie vertoont kenmerken van het typische Kempisch district enerzijds en het Hagelands district anderzijds. In de zuidrand van het bos is er bijgevolg een bonte menging van boomsoorten en kruidachtigen met een goed ontwikkelde struiklaag. De rest van het bos wordt vooral gekenmerkt door een kruidlaag, bestaande uit bochtige smele en pijpenstrootje. Het bos bestaat grotendeels uit inheemse soorten en wordt slechts lokaal gekenmerkt door een belangrijke bijmenging van exoten.

In de periode van begin maart tot eind mei kan je op de open zandige plekken op speurtocht gaan naar zandbijtjes. De kegelvormige zandhoopjes nabij de ingang van het nest verraden hun aanwezigheid. De basterdzandloopkever komt eveneens voor op de open plekken met heide en met heischrale vegetaties, alsook talrijke sprinkhanen.

Buiten eekhoorn, konijn, egel en een aantal muizensoorten is het aandeel zoogdiersoorten voor het gebied uiterst beperkt. Het is wel een uitstekend jachtterrein voor de laatvlieger en de dwergvleermuis.

Beheer
De afwisseling van open ruimtes en gesloten bos zorgt voor een aantrekkelijke ecologische infrastructuur. Deze kan best zo veel mogelijk behouden blijven. Het behoud van de hakhoutstoven is uiteraard prioritair.

De belangrijkste natuurwaarden zijn de open plekken en de bosranden langs die open plekken. Om spontane bebossing te voorkomen moet die opslag regelmatig gekapt en verwijderd worden. De bestrijding van Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop is een blijvend aandachtspunt. Het maaien en begrazen moet de heide jong en vitaal houden, duinzandvegetaties zijn in dit gebied ecologisch heel belangrijk.

De afwisseling van open ruimtes en gesloten bos geeft het ganse domein een aantrekkelijke ecologische waarde en moet dus zoveel mogelijk behouden blijven.

De volgende keer ga ik in oostelijke richting met name naar het Pelgrimhof en Hof te Speelbergen.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s